Zomaar het woonaanbod beperken door bouwgronden te schrappen, kan niet zonder voldoende kwaliteitsvolle alternatieven elders. En daar knelt het schoentje. Verdichtingsprojecten zijn tijdrovend, complexer, risicovol en duurder. De woningprijzen in en rond onze stedelijke centra stijgen intussen sterk. Daarom vraagt Confederatie Bouw om omzichtige maatregelen te nemen op basis van de gunstige trends voor woningen, die steeds minder ruimte innemen. En in overeenstemming met het ritme van verdichtingsprojecten. Nu is er nood aan een positief beleid dat die projecten vlot trekt en goed gelegen gronden activeert. In het andere geval loert een steeds grotere kwalitatieve woningnood om de hoek.
Grondprijzen bepalen woningprijzen voor huishoudens
De voorstellen die voor de bouwshift op tafel liggen, focussen op het beperken van het woonaanbod. Zonder rekening te houden met de stagnerende verdichting en de nodige investeringen van lokale besturen rond meer groen, betere waterhuishouding, sanering van gronden, laadpalen, het elektriciteitsnet enz. In onze centra stijgen de woningprijzen intussen sterk. Uit de Notarisbarometer blijkt dat huizen er intussen 8,4% duurder zijn geworden en appartementen 6,2%. Aangezien de grondprijzen vooral in Vlaanderen de ware motor zijn van de vastgoedmarkt (bron: studie nationale bank pg. 91), zal het schrappen van percelen globaal tot nog duurdere woningen leiden voor alle huishoudens.
Geen nodeloze dure maatregelen
Naast nog duurdere woningprijzen gaat het neutraliseren van bouwgronden gepaard met een miljardenuitgave voor de belastingbetaler. Maar volgens de VCB dienen schaarse overheidsbudgetten vooral te gaan naar betere centra en kernen. Want de doelstelling van de Vlaamse regering van 3ha/dag aan bijkomend ruimtebeslag tegen 2025 en 0 ha/dag tegen 2040 zijn haalbaar zonder dure maatregelen. Volgens recente data van Statbel bedraagt momenteel het totale bijkomende ruimtebeslag 3,57 ha/dag. Voor wonen gaat het intussen om minder dan 2ha/dag.
Het ruimtebeslagrisico of de ruimte die wonen nog kan innemen is immers veel beperkter dan het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) naar voren schoof. Terwijl het BRV 42.000 ha aanhaalt, raamt een recente studie van Hogent dit op minder dan 23.000 ha met inbegrip van de woonuitbreidingsgebieden en heel wat percelen die moeilijk te ontsluiten zijn omdat ze o.a. als achterliggende tuinen fungeren of omdat die in gebruik zijn van jeugdbewegingen en sportclubs enz. Die schaarste stimuleert vandaag verdichting en hergebruik van ruimte.
In plaats van te voortvarende maatregelen te nemen die de huishoudens nodeloos op kosten jagen, vraagt Confederatie Bouw om samen met de private sector na te gaan hoe sneller het aanbod kwaliteitsvol kan worden verruimd. Enkel een geleidelijke aanpak op het ritme van meer verdichtingsprojecten kan prijsschokken vermijden. Ook zien we steeds meer kwalitatieve woningnood. Een goed functionerende woningmarkt gaat uit van de vraag van de huishoudens. Maar heel wat gezinnen in steden vinden niet hun gading. Vervolgens gaan zij elders op zoek naar een geschikte woning. Maar ook dat wordt steeds moeilijker